“Ja, dat mag ook stemmen”

Wat mensen publiek zeggen komt vaak niet overeen met wat ze werkelijk denken. Als je ze privé spreekt, heb je grotere kans dat de waarheid wel boven tafel komt.

Zo zéggen heel veel hoogopgeleide mensen wel dat ze voor democratie zijn en iedereen gelijke rechten heeft, maar ondertussen dénken ze, stiekem, iets anders.

Dit is het beste te herkennen aan deze venijnige bijzinnetjes: “Ja, dat mag ook stemmen.” of “Die zouden ze ook het stemrecht moeten afpakken.”

Hieruit blijkt de werkelijk neerbuigende houding die veel ‘hoger’ geplaatste mensen hebben ten opzichte van hun ‘lagere’ medeburgers.

Zij hebben tenslotte een positie bereikt waar zij iets te vertellen hebben. Op basis van hun eigen verdienste behaald. Denken ze.

En dat ‘plebs’, dat geen énkele moeite doet om zich in de partijprogramma’s te verdiepen, hún stem telt net zo zwaar! Tjonge jonge zeg. Ongeheurd.

Maar ze weten ook dat ze dit niet hardop kunnen zeggen, want dat is niet sociaal geaccepteerd. Niet ‘bon ton’. Niet salonfähig. Dus zeggen ze het enkel tegen ‘hun gelijken’, die stiekem óók zo denken. Kunnen ze hun frustratie even luchten over het domme klootjesvolk.

Het valt me steeds meer op dat we daarom ook geen échte democratie hebben. Want zeg nou eens eerlijk, regeert het volk echt zelf? Of verkiezen we wie ons mogen regeren? Ja, dat is zo klaar als een klontje.

En dat komt omdat we stiekem helemaal niet in democratie geloven. Of beter gezegd: (een groot deel van) de bovenklasse gelooft niet in de onderklasse. En logischerwijs gelooft de onderklasse dan ook niet in de bovenklasse! Hetzelfde met het feit dat mensen niet in de overheid geloven, omdat de overheid wordt bevolkt door mensen die stiekem niet in het volk geloven.

Daarom balanceren we continu op het randje van fascisme, tirannie en autocratie. Want er zijn veel mensen die een sterke leider prefereren boven het zelfbestuur van het volk. En dat is begonnen met Plato, die boven alles geloofde in het bestuur door de ‘besten’ (Aristocratie). Wie dan mag bepalen wie de besten zijn? Ja, de besten natuurlijk!

Het wordt tijd dat deze achterliggende ideologieën eens wat openlijker worden besproken. Want dan kunnen we tenminste open kaart met elkaar spelen. In plaats van deze halfslachtige democratie die geen democratie is, maar een excuus om heersers op de troon te kunnen hijsen.

Hoe het ook kan, daar schrijf ik over. En dat noem ik Cocracy / Cocratie. Daarin regeren jij en ik mét elkaar. En daarbij ben ik ook kritisch op het stemmen zelf, dat kan veel eenvoudiger en prettiger.


Reacties

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *