Zo, hier komt een stevige uitspraak, ik ben benieuwd wat deze teweeg zal brengen.
In onze ‘democratie’ zijn we nogal gehecht aan het idee van ‘één man, één stem’, waarbij we vervolgens al die stemmen bij elkaar optellen en deze reduceren tot één stem. Hobbes beschreef dit fenomeen al in 1651.
En we denken dat dit het meest rechtvaardige systeem is, omdat iedereen dan gelijk is, maar het is absoluut onrechtvaardig dat de stem van iemand die zich er daadwerkelijk in heeft verdiept evenveel waard is als de stem van iemand die zomaar een vakje inkleurt. Het is niet voor niets dat veel mensen heimelijk wensen dat hun stem meer waard zou zijn.
Het is natuurlijk ondoenlijk om een weging aan te brengen in de stemmen, want dat zou een enorme klassenstrijd teweeg brengen. Dus ik snap het dilemma wel. Maar dit is ‘m gewoon écht niet.
Het idee van gelijkheid in een wereld van verschillen is bovendien een absurd idee, waarin de mensen die hun hoofd boven het maaiveld uitsteken continu naar beneden worden getrokken en de mensen die last hebben van de ongelijkheid er weinig mee opschieten.
Bovendien zorgt de stem van de meerderheid voor de tirannie van de meerderheid, daar er altijd via het manipuleren van de stemming een meerderheid kan worden bereikt en de rest, de minderheid, niks meer te zeggen heeft. We kennen allemaal wel hoe onze premier dit spelletje zeer vakkundig beheerst.
En het reduceren van jouw stem tot een vakje of een voor/tegen zegt niks over de kwaliteit van het besluit. We krijgen er middelmatige besluiten en bestuurders voor terug, die niet langer letten op de kwaliteit, maar puur en alleen beoordelen of er een meerderheid voor kan worden behaald. Waarmee een tijdje later het wéér naar de tekentafel moet. Voorbeelden te over.
Dit gelijke-stem-systeem is niet het beste of het minst slechte dat wij kennen. Ik hoor dan ook steeds vaker van mensen die met pijn in het hart gaan stemmen, omdat het nu eenmaal een verworven recht is. En dat klopt helemaal.
De grote vraag is dan: hoe dan wel? Er zijn zoveel meer mogelijkheden, als we maar bereid zijn ons perspectief te verbreden.
Nou, dat is in theorie vrij eenvoudig. Ophouden met de kwantitatieve stem (stemmen) en vervangen door de kwalitatieve stem (spreken). Door jouw stem niet meer te reduceren tot een biljet, maar door deze te versterken tot een sprekersstem.
En dat is bovendien ook eenvoudig toe te passen in een stelsel van raden/vergaderingen en afvaardiging naar grotere gremia, waarbij de meest bekwame mensen op natuurlijke wijze naar voren kunnen komen en hun medemensen DIRECT vertegenwoordigen en door die mensen DIRECT ter verantwoording kunnen worden geroepen. En iedereen die dat wil toegang kan krijgen tot elke vergadering.
Dat noem ik de ‘cocratie’, maar de praktijk waar wij aan gewend en gehecht zijn staat hier echter mijlenver vanaf. En het is precies die gewenning en gehechtheid waar we eens kritisch naar moeten durven kijken.
Ik ben benieuwd naar jullie reacties!
Geef een reactie