In onze westerse manier van denken hebben we een broertje dood aan complexiteit, onzekerheid, verandering en paradoxen. Die maken ons ‘in de war’. En daarom zijn we continu op zoek naar de reductie daarvan, we willen deze zaken het liefste opruimen, ‘oplossen’ zelfs. Ordenen.
Maar we bereiken daarmee enkel het tegenovergestelde van wat we beogen. Door de complexiteit te reduceren nemen we alles weg wat het leven de moeite waard maakt. En scheppen we juist wanorde.
Kijk maar naar onze leefomgeving: we hebben ons volledige voedselpalet teruggebracht tot een heel beperkt aantal soorten. Een soort oligopolie van planten en bomen, waarmee de bodem totaal is uitgeput. De gemiddelde landbouwbodem is totaal kaal, er leeft niks meer. Vervolgens wordt er steeds één gewas verbouwd, monocultuur, maar de diversiteit is helemaal zoek. Doodsaai.
Het werkt andersom net zo. Als je de natuur haar gang laat gaan, ontstaan er prachtige symbioses, samenwerkingen. Vele planten werken niet op zichzelf, maar enkel in tandem met anderen. Ze hebben een heel complexe voedingsbodem nodig met eindeloos complexe schimmelstructuren en moeten ongestoord hun gang kunnen gaan, zodat daarmee ook nieuwe soorten worden aangetrokken. Als vanzelf.
Diversiteit schept diversiteit. En diversiteit is wat het leven de moeite waard maakt. De verschillen vieren. Die ene kleurrijke paradijsvogel geeft het leven zin, niet het zoveelste zelfde ‘schoolkind’. Die ene tomaat die eigenlijk ‘mislukt’ leek, bleek de lekkerste vergissing, niet die zoveelste zelfde modeltomaat.
De wetenschap denkt dat ontdekkingen gebeuren door ordelijk te onderzoeken, maar alle grote doorbraken ontstaan door toeval. Je zoekt het ene en vindt het andere.
‘Toevallig’, zeggen we dan. Het valt dan toe.
Waarom willen we toch alles terugbrengen tot ‘mono’, tot één? Cookie-cutter. We doen hetzelfde in organisaties. We organiseren daar bijzonder weinig, we órdenen vooral veel. Dat perceeltje verbouwt dit, dat groepje doet dat… Ziezo! Mooi ‘georganiseerd’!
We denken dat we dan organiseren, maar we ordenen enkel. En die orde die we denken te scheppen, schept enkel meer wanorde. Waarmee de roep ontstaat voor méér orde. En zo bewandelen we een eindeloze negatieve spiraal. Totdat alles één is en alles dood is.
Laten we het woord ‘complexiteit’ weer in ere herstellen, zodat het weer een positieve betekenis krijgt. En laten we de systemen die we creëren om die complexiteit te reduceren en ordenen vooral ‘ingewikkeld’ gaan noemen. Zodat we ons blijven herinneren waar het allemaal ook al weer wél om draait.
De basis van een nieuwe samenleving ligt niet langer in de oude ‘orde’, maar juist in de complexiteit van mensen en hun onderlinge relaties. Dat is de enige echte manier waarop we een duurzame samenleving kunnen bouwen, mét elkaar. Die bovendien eindeloos veel interessanter is.
Geef een reactie